fbpx
5 praktische vragen over uw overgang naar een pensioen

5 praktische vragen over uw overgang naar een pensioen

Wanneer u uw loopbaan beëindigt, kunt u niet langer rekenen op het loon van uw werkgever of op uw inkomen als zelfstandige. U zult dan een beroep moeten doen op het wettelijke pensioen. Hier is een praktische gids om deze overgang te vergemakkelijken.

Uw pensioen en u

Tijdens uw beroepsloopbaan bouwt u uw pensioenrechten jaar na jaar op. Het bedrag van het wettelijk pensioen dat u ontvangt, hangt af van een aantal factoren. Het eerste is het statuut waarin u hebt gewerkt: werknemer, zelfstandige en/of ambtenaar. Het aantal jaren dat u hebt gewerkt, het salaris dat u in de loop der jaren hebt ontvangen en de samenstelling van uw huishouden zijn ook van doorslaggevend belang.

Wanneer kunt u uw pensioen opnemen en hoeveel zal het zijn? U vindt het antwoord gemakkelijk terug in uw online pensioendossier op mypension.be. Voordat het bedrag op uw bankrekening verschijnt, moet u een aantal stappen ondernemen.

1. Moet u uw wettelijk pensioen aanvragen?

Als u uw pensioen op de wettelijke leeftijd opneemt en u was in België werknemer of zelfstandige, dan hoeft u niets te doen. De Federale Overheidsdienst Pensioenen (FOD) berekent automatisch het pensioen voor de werknemers. Het Rijksinstituut voor Sociale Verzekeringen voor Zelfstandigen (Inasti) doet hetzelfde voor het pensioen van zelfstandigen. Voorwaarde is dat u in België woonachtig bent: voor een werknemer moet dit 13 maanden voor de wettelijke pensioenleeftijd het geval zijn, voor een zelfstandige begint het onderzoek van uw pensioenrechten in de praktijk negen maandagen voor uw 65e verjaardag. Op mypension.be kunt u zien of deze herziening al gestart is.

Als u uw pensioen op de wettelijke leeftijd opneemt en u was in België werknemer of zelfstandige, dan hoeft u niets te doen. De FOD Pensioenen berekent automatisch het pensioen voor de werknemers. Inasti doet hetzelfde voor het pensioen van zelfstandigen.
In alle andere gevallen moet u een pensioen aanvragen. Dit betekent dat ambtenaren en degenen die vervroegd met pensioen willen gaan, altijd zelf het initiatief moeten nemen en een pensioenaanvraag moeten indienen. De enige uitzondering is voor ambtenaren die hun pensioen opnemen wegens lichamelijke ongeschiktheid: uw werkgever en de federale pensioendienst worden automatisch op de hoogte gebracht.

2. Hoe vraag je een pensioen aan?

U kunt uw pensioen op zijn vroegst een jaar voor uw pensioen ingaat en op zijn laatst een maand van tevoren aanvragen. Eén enkele aanvraag is voldoende, ook als u in verschillende stelsels hebt gewerkt (werknemer, zelfstandige of ambtenaar) of als u aanspraak maakt op verschillende pensioenen (ouderdomspensioen, pensioen voor gescheiden echtgenoten, overlevingspensioen, enz.) Uw aanvraag zal aan de verschillende pensioeninstanties worden doorgegeven.

U kunt uw pensioen op zijn vroegst één jaar voordat uw pensioen ingaat, aanvragen.
Als u in België woont, kunt u uw pensioen op verschillende manieren aanvragen: online op demandepension.be of mypension.be of bij het gemeentebestuur van uw woonplaats. Als u in het buitenland woont, verschilt de procedure naar gelang van het land waar u woont.

3. Hoe wordt uw pensioen uitbetaald?

De Federale Pensioendienst berekent het bedrag van uw pensioen. Zodra dit is gebeurd, ontvangt u een brief met een gedetailleerd overzicht van de berekening.

Als u niet akkoord gaat met dit bedrag, wordt uw pensioen automatisch betaald door de Federale Pensioendienst. De datum waarop de uitkering wordt betaald, hangt af van het soort uitkering en de wijze van betaling. Bij de eerste betaling ontvangt u een brief met de datum waarop u ongeveer betaald zult worden. Als u in België woont, wordt uw pensioen standaard op uw bankrekening gestort. Alleen als uw rekeningnummer niet bekend is, brengt de postbode uw pensioen bij u thuis in de vorm van een postwissel.

4. Hoeveel zal je netto verdienen?

Er kunnen inhoudingen op het brutobedrag van uw pensioen worden gedaan, afhankelijk van uw gezinssituatie en het bedrag van uw pensioen. De mogelijke aftrekken zijn als volgt:

AMI-bijdrage
De bijdrage voor de ziekte- en arbeidsongeschiktheidsverzekering of « AMI-bijdrage » is bestemd voor de financiering van de ziekte- en arbeidsongeschiktheidsverzekering. Het mag niet worden verward met de bijdrage die u aan uw ziekenfonds betaalt. De aftrek kan oplopen tot 3,55% van het brutobedrag van het pensioen. Niet alleen het wettelijke pensioen dat in België of in het buitenland wordt ontvangen, wordt in aanmerking genomen, maar ook het niet-wettelijke (tweede pijler) pensioen. Individuele levensverzekeringen of pensioensparen hebben geen invloed. De aftrek mag er echter niet toe leiden dat het bedrag van het pensioen onder de drempel daalt. Indien dit het geval is, zal een gedeeltelijke aftrek worden toegepast.

Een brutopensioen zonder personen ten laste van minder dan 1.733,84 euro per maand en een pensioen met personen ten laste van minder dan 2.054,84 euro zijn niet onderworpen aan de AMI-bijdrage.

Solidariteitsbijdrage
Het percentage van de solidariteitsbijdrage neemt toe met het totale brutobedrag van alle pensioenen samen en varieert van 0 tot 2%.

De bijdrage wordt ingehouden zodra het bruto maandelijkse pensioen meer bedraagt dan 2 808,25 euro per maand in het geval van een pensioen zonder personen ten laste en 3 246,68 euro per maand met personen ten laste.

Roerendevoorheffing
Zoals bij het loon van werknemers, kan ook bij de uitbetaling van het pensioen roerende voorheffing worden ingehouden. Het bedrag van de voorheffing hangt af van het bedrag van het pensioen, het aantal kinderen en andere personen ten laste en het inkomen van de echtgenoot. Het bedrag van de inhouding is vastgesteld in de loonbelastingschalen voor gepensioneerden. U kunt dus niet vragen dat er minder bronbelasting wordt ingehouden.

De voorheffing is niets anders dan een voorschot op de belasting. De definitieve afrekening van de verschuldigde belasting geschiedt via de jaarlijkse aangifte in de personenbelasting. Het goede nieuws is dat een wettelijk pensioen minder wordt belast dan een « gewoon loon ». Dit is het gevolg van een complex systeem van belastingverlagingen. Dankzij deze kortingen betaalt een gepensioneerde die geen andere inkomsten ontvangt dan een pensioen van maximaal 16.690 euro (bedrag voor het inkomstenjaar 2022), geen belasting.

Andere inhoudingen
Elke maand wordt 0,5% van het brutopensioen van de ambtenaar ingehouden om de begrafenistoelage te financieren. Zo wordt na het overlijden van een gepensioneerd ambtenaar een begrafenisuitkering van ten hoogste 3.005,25 euro uitgekeerd. Deze uitkering mag echter niet hoger zijn dan het bedrag van het laatst uitgekeerde brutopensioen.

De NMBS-pensioenen hebben nog een ander vangnet: het « Sociaal Solidariteitsfonds » voor de financiering van aanvullende sociale uitkeringen.

5. Ontvangt u naast uw pensioen nog andere uitkeringen?

In mei kunnen gepensioneerde werknemers en ambtenaren hun vakantiegeld samen met hun pensioen ontvangen. Voor zelfstandige gepensioneerden bestaat dit niet, maar zij kunnen wel recht hebben op andere bonussen en voordelen.

Werknemers
Gepensioneerden ontvangen vanaf het tweede jaar van hun pensioen een vakantie-uitkering. Het bedrag is vastgesteld: vorig jaar bedroeg het 1 121,21 euro als u een gezinspensioen ontvangt, en 896,97 euro als u een alleenstaandenpensioen ontvangt. Het nieuwe bedrag is nog niet bekend. Bij de uitbetaling van het pensioen wordt de inkomstenbelasting ingehouden.

1.121
Het bedrag aan vakantiegeld van vorig jaar voor gepensioneerde werknemers
Er zijn echter beperkingen. Wanneer u uw eerste betaling ontvangt, wordt het bedrag van het vakantiegeld beperkt naar gelang van het aantal maanden dat u in het eerste jaar pensioen hebt ontvangen. Als u in april met pensioen bent gegaan, ontvangt u het volgende jaar 9/12 van het vakantiegeld.

Bovendien mag uw vakantiegeld in mei niet hoger zijn dan uw pensioen. In dat geval zal de federale pensioendienst uw vakantiegeld beperken tot het bedrag van het pensioen van uw werknemer, vermeerderd met 34,6%.

Ambtenaren
De vakantie-uitkering voor een gepensioneerd ambtenaar zonder personen ten laste bedraagt bruto 287,44 euro, en voor een gepensioneerd ambtenaar met personen ten laste 383,26 euro. Er zijn een aantal voorwaarden, waarvan de belangrijkste zijn dat men ten minste 60 jaar oud moet zijn en niet meer dan 2 494,26 euro (ouderdomspensioen) of 1 995,41 euro (nabestaandenpensioen) aan brutopensioenen mag hebben.

Voor wie een « gegarandeerd minimum »-toeslag ontvangt, kan er een aanvulling op het vakantiegeld zijn. Dit komt neer op 434,57 euro voor een ambtenaar zonder personen ten laste en 521,07 euro met personen ten laste.

Er is een grens: de som van het vakantiegeld en het aanvullend vakantiegeld mag niet meer bedragen dan het totaal van alle ambtenarenpensioenen die u in de maand mei zult ontvangen. Er wordt geen loonbelasting ingehouden op het vakantiegeld van ambtenaren, maar het loon is wel belastbaar.

Combineert u een werknemerspensioen met een ambtenarenpensioen? De vakantietoeslag die u van uw werknemerspensioen ontvangt, wordt afgetrokken van de vakantietoeslag die u van uw ambtenarenpensioen ontvangt. Hetzelfde geldt voor het aanvullend vakantiegeld.

Zelfstandigen
Zelfstandige gepensioneerden hebben geen recht op vakantiegeld. Onder bepaalde voorwaarden kunnen zij echter recht hebben op een bijstandsuitkering voor zelfstandigen, een bijzondere uitkering en een pensioentoeslag.

De belangrijkste voorwaarden voor het ontvangen van de welvaartsbonus zijn dat de gepensioneerde de leeftijd van 75 jaar heeft bereikt en gedurende ten minste 20 jaar als zelfstandige heeft gewerkt. Vorig jaar werd een bijstandspremie van 61,8 euro betaald voor een gezinspensioen en 49,42 euro voor een alleenstaandenpensioen.

De bijzondere uitkering wordt elk jaar in juli betaald aan gepensioneerden die minder dan 2/3 van een volledige loopbaan hebben gewerkt (als zelfstandige of als zelfstandige en als werknemer) en van wie het pensioen lager is dan het minimumpensioen. In 2021 bedroeg het bedrag 142,92 euro voor een gezinspensioen en 114,35 euro voor een alleenstaandenpensioen.

De pensioenaanvulling wordt elk jaar in juli betaald aan zelfstandige gepensioneerden die ten minste 2/3 van een volledige loopbaan hebben gehad, gezinstoelagen ontvangen en tussen 1 juli 1997 en 1 december 2008 met pensioen zijn gegaan. Vorig jaar bedroeg dit 180,58 euro. Er is geen welvaartsbonus voor zelfstandigen die reeds een pensioentoeslag ontvangen.

De bedragen voor 2022 zijn nog niet bekend: zij zullen vlak voor de betaling ervan worden meegedeeld.



Bron : lecho.be